1) Zeilterm 
Wind die iets achterlijker dan dwars inkomt. Het gebied tussen halfwindse en voordewindse koersen.
Koers waarbij de wind schuin van achteren komt.
Wanneer de wind schuin van achteren komt, vaart de boot ruime wind. Wanneer je iets ruimer vaart dan halve wind, en dus ruime wind vaart, gaat de boot het snelst. Op deze koers raak je ook het snelst in planee.
'Ruime wind' of 'bakstagwind' wordt het bij zeilen genoemd, wanneer de wind schuin van achteren komt. Men vaart zogezegd ruimschoots, dus met langsgetuigde schepen met de schoten ver uitgevierd.
Of van-de-wind, zie zeilstanden.